Beleving

Rondje Oosterend uit NRC

 

Joyce Roodnat wandelt door Nederland en de rest van de wereld. Deze week op het waddeneiland Terschelling.

Het is letterlijk stralend weer. In lange vlagen dondert het zonlicht over de dijk. Het begiet het dicht begroeide grasland, de lange halmen die ros en paars bloeien, de gele vlekken leeuwenbek, de vrachten zuring en de zwermen vanilleroomwitte klaverbloemen. Wind is er niet, horzels zuigen zich vast, ze hebben een voorkeur voor de zachte binnenkant van armen en voor knieholten. 

Op verweerde paaltjes wiegen grutto's achterdochtig heen en weer. Als we ondanks hun waakse gedrag toch zo onfatsoenlijk zijn om het grasweggetje door de polder te blijven volgen, vliegen ze krijsend op. Dicht boven onze kruinen worden vervaarlijke cirkelvluchten uitgevoerd. Als we dan nog niet ophoepelen uit de buurt van hun nesten in het gras, trippelen ze, een en al poot en snavel,onhandig voor ons uit, net of ze gewond zijn en een gemakkelijke prooi. ,,Ze geloven er alleen zelf in'', zegt Kester-van-de-vogels vertederd. Kester is niet voor niets een vogelaar, waar hij verschijnt vertonen de vogels zich in soorten en maten en hoeveelheden alsof ze de heilige Franciscus herkennen. 

Jonge grutto's krijgen we echter niet te zien. Wel een verdwaald tureluur-kuiken dat er in zijn zenuwen niet in slaagt voor onze voeten weg te raken, ondanks de geschreeuwde aanwijzingen van een wanhopig rondvliegende ouder. We staan stil en wachten, tot hij na enige tijd per ongeluk de beschutting van de berm heeft gevonden. Ik heb nog nooit een tureluur in het echt gezien, met Kester-van-de-vogels erbij vertonen de ranke bruine vogeltjes met rode snaveltjes zich in kuddetjes, niet lang nadat hij hun naam heeft uitgesproken en het vermoeden dat hij er één hoorde roepen: ,,Djuu, djuu...''. 

Hij wijst op een scholekster die in een fel fladderend luchtgevecht een grote kraai uit zijn broedgebied verdrijft. En hij hoopt voor mij op een kiekendief. Die materialiseert inderdaad, in machtige zweefvlucht boven de witte duinenrij. 

We zijn intussen, via het dorp Hoorn, een sereen dennenbospad, een lapje bruin heideveld en een duingebied met lage struiken, het waddeneiland Terschelling dwars overgestoken. We passeren een steile duinovergang waarbij ik mijn ogen zo veel mogelijk dicht houd omdat het witte zand het licht zo scherp weerkaats, en dalen af naar het brede strand. Glinsterende richels aangespoelde scheermes-schelpen zijn merkwaardig artistiek geplaatst. Een meisje zet haar moeder op kiek. ,,U moet wel lachen, mevrouw'', vind ik. De mevrouw zwijgt, haar dochter niet: ,,Dat doet ze bijna nooit.'' 

De branding beweegt met trage golfslag, zonder het gebruis zou het een bewegend schilderij kunnen zijn. Aan dit strand staat, bij Paal 18, een legendarisch strandcafé dat Heartbreak Hotel heet en waar bij voorkeur muziek van Elvis Presley wordt gedraaid. Op het dak is een roze gespoten auto gehesen. Een klassieker onder een dun laagje stuifzand. 

,,Een Cadillac?'' Kester-van-de-vogels weet ook van auto's af: ,,Welnee, dat is een Skoda.'' 

15 km, op basis van de `Terschelling. Topografische kaart 1:25000'. Uitg. Topografische dienst